1. De anatomie van het boek
Hieronder staat een schetstekening van het boek:
We onderscheiden bij eerste aanblik:
§ Boekblok:
§ Kop
§ Staart
§ Voorzijde
§ Rug
§ Kneep
§ Schutbladen
§ Kapitaaltjes (kop- en staart-)
§ Boekband:
§ Voorplat en achterplat (kaft)
§ Kneep
§ Rug
Wat we niet zien zijn enkele belangrijke onderdelen van de constructie, namelijk de naaitouwen of naaibandjes (die komen uitsluitend voor bij handgebonden boeken) en het ruggengaas.
Het boekblok is genaaid uit katernen, veelal bestaande uit elk vier dubbelgevouwen vellen, samen zestien pagina’s beslaande.
De katernen worden aan elkaar genaaid; handmatig veelal op touwen of op naaibandjes.
Hieronder een foto van een boek, genaaid op bandjes.
Bijna altijd wordt de rug overlijmd met een strook gaas; vervolgens worden de bandjes met het gaas tussen de platten en de schutbladen gelijmd, waarmee een hechte verbinding is ontstaan tussen boekblok en boekband.
Zie hieronder het gaas:
Later wordt één en ander verder uitgediept bij de behandeling van de verschillende bindwijzen.
We willen hier even stilstaan bij de functies en de vormen van het schutblad. In veel gevallen bestaan de schutbladen uit vellen papier van zware/sterke kwaliteit, welke, eenmaal dubbelgevouwen, hetzelfde formaat hebben als het boekblok.
Tijdens het verwerkingsproces beschermen de schutbladen de eerste en laatste pagina van het boekblok; belangrijker is echter dat de schutbladen deel zijn van de constructie van de verbinding tussen boekblok en boekband; om deze reden wordt veelal voor een papiersoort gekozen van 120 grams.
Daarnaast heeft natuurlijk het schutblad een sierfunctie.
We melden nog de ‘kapitaaltjes’ aan de kop- en staartzijde van het boekblok.
In vroeger tijden waren deze kapitaaltjes louter functioneel: zij beschermden de rugzijde van het boekblok tegen indringende insecten en stof.
Nu in onze tijd is het kapitaaltje voornamelijk tot sier van het boek, waarbij echter toch enige beschermende functie blijft bestaan.
Het moderne kapitaaltje is fabrieksmatig gemaakt op een bandje, dat eenvoudig op de rug van het boekblok wordt gelijmd.
Tot slot in deze paragraaf noemen we het marmerpapier.
Het marmeren van papier is een ambacht op zich zelf en kent verschillende technieken en soorten. Zo zijn er olieverfmarmers en stijfselmarmers en er zijn klassieke patronen waarvoor technische hulpmiddelen als kammen onontbeerlijk zijn. Het handmatig productieproces van het marmeren is tijdsintensief waardoor de ‘handmarmers’ van met name de gevestigde kunstenaars kostbaar zijn.